Wet Toekomst Pensioenen - Het Pensioenakkoord in werking getreden!

Het Pensioenakkoord


Er gaat de komende jaren veel veranderen op pensioengebied. Op 1 juli 2023 is de nieuwe pensioenwet in werking getreden. Uw huidige pensioenregeling zal behoorlijk gaan wijzigen als gevolg van het Pensioenakkoord!

Hieronder vindt u meer informatie. Heeft u vragen? Landsman & Teune beantwoordt ze graag! Dit zijn de belangrijkste zaken op een rij:

We willen dat iedereen in Nederland een goed pensioen kan krijgen. Ook de generaties na ons. Daarom hebben de vakbonden, de werkgevers en de overheid samen nieuwe regels voor pensioen gemaakt.

1. Duidelijker en persoonlijker pensioen

Het is nu voor veel mensen niet duidelijk hoeveel ze betalen voor hun pensioen en hoeveel ze opbouwen. Met de nieuwe regels bouwt iedereen pensioen op via een premieregeling. In dit pensioen staat vast hoeveel geld (premie) u en uw werkgever in uw pensioen stoppen.

2. Pensioen kan sneller omhoog dan nu 

Als het goed gaat met de economie, dan gaat het pensioen via uw werkgever nu soms niet omhoog. Dat voelt oneerlijk. De nieuwe regels zorgen ervoor dat dit pensioen meebeweegt: als het goed gaat met de economie, dan kan uw pensioen eerder omhoog. Gaat het economisch slechter? Dan kan het pensioen ook omlaaggaan.

De nieuwe regels zorgen er wel voor dat de bewegingen minder groot worden als u (bijna) met pensioen bent. Want het pensioen van een jongere werknemer heeft meer tijd om tegenvallers in de beleggingen op te vangen dan dat van oudere werknemers.

3. Pensioen sluit beter aan op uw loopbaan

Mensen wisselen steeds vaker van baan, stoppen een tijd met werken of beginnen voor zichzelf. De pensioenregels passen daar nu niet goed bij. Daarom komen er nieuwe regels. Bouwt u geen pensioen meer op via een werkgever of krijgt u een andere pensioenregeling? Dan ziet u straks beter wat dit betekent voor de hoogte van uw pensioen.

Dit blijft hetzelfde

  1. U ontvangt vanaf uw pensioenleeftijd AOW van de overheid. Ook als de nieuwe regels zijn ingevoerd.
  2. Veel mensen bouwen pensioen op via de werkgever. Dat blijft zo.
  3. U ontvangt pensioen zo lang u leeft.
  4. Overlijdt u? Dan krijgt uw partner vaak een pensioen, ook als u overlijdt voordat u met pensioen bent.
  5. Ook blijft u meestal pensioen opbouwen als u arbeidsongeschikt raakt.
  6. Vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers, zoals een vakbond of een ondernemingsraad, blijven samen afspraken maken over pensioenregelingen.

Dit verandert er

  1. Pensioen wordt duidelijker en transparanter:
    De meeste werknemers in Nederland hebben een pensioenregeling waarbij afspraken zijn gemaakt over de hoogte van de pensioenuitkering. In het nieuwe pensioenstelsel worden afspraken gemaakt over hoeveel geld (premie) u en uw werkgever inleggen om uw pensioen op te bouwen. U ziet hierdoor beter hoeveel premie er is ingelegd en hoeveel eigen vermogen u heeft opgebouwd. Dit pensioen heet een premieregeling.
  2. Pensioen via uw werkgever kan sneller omhoog
    Als het goed gaat met de economie, dan kan het pensioen dat u heeft opgebouwd via uw werkgever straks sneller omhoog. Maar dit pensioen kan ook omlaaggaan als het economisch slechter gaat. Het pensioen wordt dus beweeglijker. Het is de verwachting dat met de nieuwe regels de pensioenen vaker en eerder omhooggaan dan nu het geval is.
  3. Het nabestaandenpensioen: duidelijke en dezelfde regels voor alle pensioenuitvoerders
    Heeft u recht op nabestaandenpensioen, dan zijn veel regels straks voor iedereen hetzelfde. Daardoor is duidelijker waar de nabestaande op kan rekenen.  Als u overlijdt terwijl u in dienst bent dan is het nabestaandenpensioen een percentage van uw laatste loon. Komt u te overlijden nadat u met pensioen bent gegaan, dan is de hoogte van het nabestaandenpensioen afhankelijk van wat u heeft opgebouwd en hoeveel jaren u heeft gewerkt.

De invoering van de regels gebeurt stap voor stap. Daarna is er tijd om alles goed te organiseren. Dit doet de uitvoerder van uw pensioen met de vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers, zoals een vakbond of een ondernemingsraad. De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten zien toe op een zorgvuldige invoering. Zij controleren bijvoorbeeld of mensen goed worden geïnformeerd over het nieuwe pensioen. 
 
Uiterlijk 1 januari 2028 is het pensioen via uw werkgever aangepast. U ontvangt hierover informatie van uw werkgever of van de uitvoerder van uw pensioen. Deze informatie krijgt u zodra meer duidelijk is over de regeling via uw werkgever; dat kan nog een paar jaar duren.

Planning Pensioenakkoord

De planning ziet er nu als volgt uit:

  • 01-07-2023: Wet toekomst pensioenen van kracht
  • 01-07-2024: Concept besluit over de nieuwe pensioenregeling, compensatie en invaren door sociale partners, werkgever of beroepspensioenvereniging
  • 01-07-2024: De maximale toetredingsleeftijd voor de pensioenregeling wordt verlaagd van 21 jaar naar 18 jaar.
  • 01-01-2025: Besluit over de nieuwe pensioenregeling, compensatie en invaren door sociale partners, werkgever of beroepspensioenvereniging => transitieplan vastgesteld
  • 01-01-2028: uiterste datum voor overstap naar het nieuwe pensioenstelsel. Veel pensioenuitvoerders streven ernaar om een eerdere overstap mogelijk te maken
  • 01-01-2038: einde compensatieperiode

De werkgevers, de vakbonden en de uitvoerders van pensioen krijgen maximaal 4 jaar de tijd om alles goed te regelen. Uiterlijk 1 januari 2028 moet het pensioen via uw werkgever zijn aangepast.

De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten zien toe op een zorgvuldige invoering. Zij controleren bijvoorbeeld of mensen goed worden geïnformeerd over het nieuwe pensioen.

In grote lijnen is de nieuwe pensioenregeling niet veel anders dan het huidige: als werkende betaalt u premie en als gepensioneerde ontvangt u een pensioenuitkering.

De nieuwe regeling is wel transparanter en dat is vooral gunstig voor werkenden: de pensioenregelingen worden makkelijker onderling vergelijkbaar omdat in alle nieuwe regelingen de premie het uitgangspunt is.

Werknemers krijgen meer keuzes, met als motto: een Leven Lang Ontwikkelen (LLO). Langer doorwerken wordt gestimuleerd met permanente scholing. En voor wie eerder wil stoppen, komen er extra opties om dat te organiseren:

Versoepeling van de heffing voor de Regeling vervroegd uittreden (RVU)

Eerder stoppen met werken wordt ontmoedigd en soms zelfs extra fiscaal belast. Een RVU heeft als doel om een overbruggingsuitkering te bieden vanaf ontslagdatum tot de pensioendatum. Biedt een werkgever een dergelijke regeling aan zijn werknemers aan, dan is de werkgever hierover een eindheffing verschuldigd van 52%.

Daarnaast wordt de strafheffing voor een regeling voor vervroegde uittreding (RVU) tijdelijk versoepeld indien wordt voldaan aan bepaalde voorwaarden. Werkgevers krijgen de mogelijkheid om aan werknemers die bijna AOW-gerechtigd zijn een regeling aan te bieden waardoor ze eerder kunnen stoppen met werken. Over de bijdrage aan de vertrekregeling hoeft de werkgever dan geen strafheffing te betalen. De vertrekregeling is inzetbaar tussen 1 januari 2021 en 1 januari 2026 met een uitloopperiode tot 1 januari 2029.

Verlofsparen

Op dit moment kunnen werknemers maximaal 50 weken fiscaal gefaciliteerd vakantieverlof en compensatieverlof opsparen. De fiscale grens van 50 weken wordt verhoogd naar 100 weken. Deze weken kunnen worden ingezet om eerder met pensioen te gaan. Gespaard kan bijvoorbeeld worden uit overwerk, onregelmatigheidstoeslag en niet gebruikte bovenwettelijke vakantiedagen. Verlofsparen uit wettelijke vakantiedagen is niet mogelijk. Het gespaarde verlof meenemen naar een andere werkgever is ook niet mogelijk, omdat het verlof gekoppeld is aan de dienstbetrekking. Deze maatregel is met terugwerkende kracht op 1 januari 2021 in werking getreden.

De AOW-leeftijd tot 2028 ligt vast:

  • In 2023 is dat 66 jaar en 10 maanden.
  • In 2024, 2025, 2026 en 2027 komt de AOW-leeftijd uit op 67 jaar.
  • In 2028 is dat 67 jaar en 3 maanden.

Daarna kan de AOW-leeftijd blijven stijgen. Dat komt omdat Nederlanders gemiddeld ouder worden. De AOW leeftijd is 5 jaar van tevoren bekend.

Vanaf waarschijnlijk 1 juli 2023 mogen deelnemers eenmalig een bedrag opnemen op de pensioendatum. De resterende levenslange pensioenuitkering is daarna wel lager. Daarom gelden de volgende voorwaarden:

  • de hoogte van het bedrag is maximaal 10% van het ouderdomspensioen;
  • het bedrag kan alleen op de pensioendatum worden opgenomen;
  • stapelen met hoog-laagpensioen kan niet;
  • na de eenmalige opname moet de resterende levenslange pensioenuitkering boven de afkoopgrens van kleine pensioenen liggen.

In het nieuwe pensioenstelsel staat de pensioenpremie centraal en doet het pensioenfonds niet langer een belofte over de hoogte van het pensioen. Het pensioenfonds belegt de pensioenpremie en houdt uw persoonlijke deel van het gezamenlijke pensioenvermogen bij.

Zo kunt u direct zien hoeveel vermogen er voor uw eigen pensioen gereserveerd is. Ook wordt het pensioen straks beweeglijker. Het gaat eerder omhoog als het economisch goed gaat, en eerder omlaag als het economisch slechter gaat.

De regels zorgen er wel voor dat de bewegingen niet te groot worden. Bovendien worden de bewegingen kleiner als u ouder wordt. Hoe dichter u bij uw pensioendatum komt, hoe preciezer u wilt weten op hoeveel geld u kunt rekenen.

Ook de pensioenopbouw bij verzekeraars gaat veranderen. Bij pensioenverzekeraars is de hoogte van de pensioenpremie nu nog afhankelijk van de leeftijd van de werknemer. Voor jonge werknemers betaalt uw werkgever (veel) minder pensioenpremie dan voor oude(re) werknemers.

Het is de bedoeling dat uw werkgever straks voor elke werknemer evenveel premie betaalt. Het maakt dan niet uit hoe oud de werknemer is. Wat dat precies betekent voor uw pensioen, is nog onduidelijk.

Op dit moment is er vaak verwarring over het recht op nabestaandenpensioen als uw partner overlijdt vóór de pensioendatum. Als u recht heeft op nabestaandenpensioen, dan zijn de regels straks voor iedereen hetzelfde.

Ook worden de regels versoepeld wie als partner wordt gezien. Daardoor is duidelijker waar de nabestaande op kan rekenen. Dit nieuwe nabestaandenpensioen wordt verzekerd op risicobasis en is gebaseerd op het laatste loon.

Het maakt hierbij niet uit hoeveel jaar u heeft gewerkt. Als u werkloos wordt dan houdt u nog 3 maanden recht op nabestaandenpensioen of tijdens de gehele WW-periode. Daarna niet meer. Bijvoorbeeld als u zzp'er wordt. Als u in het nieuwe pensioenstelsel verzekerd wilt blijven voor een nabestaandenpensioen dan moet u dat zelf aangeven. Als u die keuze niet maakt, heeft u geen recht op nabestaandenpensioen.